1. De klassieke strik achter
Dit is de tijdloze favoriet! Bind de banden netjes achter je rug in een strik, zodat het schort strak zit en je geen losse stukken hebt die in je weg hangen. Zo zit het schort stevig en is ie super praktisch. Ideaal als je druk mixt, roert of schippert tussen pannen.

2. De wrap-around-strik (voor extra comfort)
Wikkel de band eerst om je middel (als een riem), steek de uiteinden naar voren, twist, breng de band terug naar achteren en maak af met een strik. Dit zorgt een extra getailleerde taille, én het ziet er mega stijlvol uit.
3. De twist & knot
Draai de banden eerst een stukje in elkaar (twist), en knoop dan een losse strik voor. Dit geeft een speels accent én voorkomt dat de strik los gaat. Leuk detail én functioneel!

4. De zij-strik (side bow)
In plaats van midden op je rug te strikken, bind je de knoop iets naar de zijkant. Dit ziet er net wat nonchalanter uit en je ziet de strik mooi door de zijkant. Ook handig als je schort aan de voorkant wat langer is!

5. De los hangende lus-strik (half knot)
Laat één uiteinde in een lus hangen en bind alleen een eenvoudige knoop met het andere uiteinde. Dit is handig, snel en casual. Perfect als je even wegloopt naar tafel, gasten binnenkomen of het rommelig is in de keuken.
Experimenteer met knopen op je rug, zijkant of zelfs iets omhoog en ontdek wat past bij jou!
